Uitspraak: | [xut] |
je geld en je goed - tu dinero y tus cosas | |
![]() (=onroerend goed (zoals huizen, gebouwen)) - bienes inmuebles |
![]() (=(iets) nog moeten krijgen) - tener (algo) a favor Ik heb nog tien euro van je te goed. - Todavía me debes diez euros. |
Uitspraak: | [xut] |
Het late najaar is een goede tijd om bollen in de tuin te zetten. - Al final del otoño es un buen momento para plantar bulbos en el jardín. Veel beweging is goed voor je gezondheid. - Mucho ejercicio favorece la salud. |
![]() (=vrijdag voor Pasen) - Viernes Santo |
Uitspraak: | [xut] |
Het is goed mis! - ¡Está bastante mal! |
![]() (=nog maar net) - sano y salvo Toen hij goed en wel in bad lag, ging de telefoon. - Cuando finalmente estaba sano y salvo en la bañera, sonó el teléfono. |
![]() (=bijna helemaal) - casi Het eten is zo goed als koud. - La comida está casi fría. |